Melkbuisje
De melkbuisjes zijn kleine buisjes waardoor de melk naar de tepels stroomt (lactatie). De buisjes bestaan uit areola-weefsel en elastische banden. Het aantal per borst varieert van 15 tot 20. Tijdens de zwangerschap wordt de capaciteit van deze buisjes vergroot en bij de borstvoeding wordt de doorstroom van melk gestimuleerd door de druk van de mond van de baby op de areola (tepelhof). De buisjes zijn omgeven door glad spierweefsel en worden tijdens het zogen samengetrokken door oxytocine, een hormoon dat afgescheiden wordt door de hypofyse.
Het zuigen aan de tepel of de aanraking hiervan stimuleert de kwabben om melk naar de melkbuisjes te voeren en van daar wordt de melk naar buiten gezogen. Het afscheiden van melk wordt geregeld door een hormoon dat prolactine heet en ook wordt afgescheiden door de hypofyse. De eerste prikkel om dit hormoon te produceren wordt gevormd door de sterke daling in de oestrogeenspiegel die veroorzaakt wordt door de bevalling.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.