Prikkelgeleidingssysteem
De sinusknoop wordt ook wel de “natuurlijke pacemaker” genoemd. De sinusknoop is echter niet de enige die controleert. Uit het hartregulatiecentrum in het verlengde ruggenmerg komen de vezels van het vegetatieve zenuwstelsel en coördineren de rest van het prikkelgeleidingssysteem en de sinusknoop. In de hiërarchie van het prikkelgeleidingssysteem staat de sinusknoop helemaal bovenaan. De hartspiercellen, waaruit de sinusknoop bestaat, zijn niet alleen in staat prikkels zonder verlies te geleiden, ook produceren ze zelf de daarvoor benodigde prikkels. De hartspiercellen zijn relatief groot en bevatten evenals de cellen van andere spiersoorten actine- en myosinefilamenten. De moleculaire basis van de contractie is bij alle spieren dezelfde.

Prikkelgeleidingssysteem
Hun myocardcellen bevatten een grote hoeveelheid mitochondriën, kleine krachtcentrales, die in de cel voedingsstoffen in energie omzetten. De sinusknoop produceert 60 – 100 prikkels per minuut (rustpotentieel), die zich als prikkelingen (actiepotentieel) over de boezemmusculatuur uitspreidt. Van daaruit komt de prikkel bij een andere groep myocardcellen: de atrioventriculaire knoop (av-knoop). De av-knoop ligt in de onderste rechterboezem direct tegen het kamertussenschot aan.
De geleidingssneheid van de vezels in de boezemwanden bedraagt 0,8 m/sec.. Van hieruit bereikt de prikkel de bundel van His, die uit gespecialiseerde myocardvezels bestaat.
Aan de bovenste rand van het musculaire deel van het kamertussenschot splitst de bundel zich in twee bundeltakken, die in de spierwanden aan de zijkant in de fijnste vezels uitlopen, de zogenaamde vezels van Purkinje.
In de bundel van His bedraagt de prikkelgeleiding 1,5 m/sec, in de Purkinje-vezels 3,5 m/sec.. Alle delen van het prikkelgeleidingssysteem zijn in staat prikkels te produceren. Dit is gunstig als het erboven gelegen centrum uitvalt. Wanneer de sinusknoop uitvalt, dan neemt de a-v-knoop de prikkelproductie over, maar met zijn eigen ritme van slechts 40-50 prikkels per minuut. De hartkamers transporteren dus minder bloed.
Wanneer de prikkelgeleiding tussen boezem en kamer langere tijd onderbroken (totaal atrioventriculair blok) wordt, kloppen de boezems in het ritme van de sinus. De kamers kloppen volgens het eigen ritme van de a-v-knoop of volgens het ritme van diepere centra, waar de prikkelgeleiding nog geringer is.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.