Manisch depressief
manisch depressief psychose is een ernstige geestelijke stoornis, gekenmerkt door een veelal enkele maanden durende toestand van opgewondenheid (zie Manie) die kan omslaan in een gedrukte stemming (zie Depressie). De oorzaak is onbekend en ook de ontstaanswijze is nog zeer onduidelijk. De aandoening behoort tot de groep van de psychosen, dat zijn ernstige geestelijke stoornissen, waartoe ook de zgn. gespleten persoonlijkheid (schizofrenie) behoort (zie Psychose).
De ziekte wordt veelal opgevat als in hoofdzaak erfelijk bepaald. Voor deze opvatting pleiten de statistische gegevens dat hij in de familie van manisch depressief patiënten in een of andere vorm veel vaker voorkomt, nl. ca. 1 op de 4 bij de ouders en volle broers en zusters, dan bij de gehele bevolking, nl. ca. 1 op de 200.
De zuivere manisch depressief psychose, waarbij inderdaad bij een persoon herhaalde manieën optreden die worden afgewisseld met depressies, soms met korte of lange gezonde perioden er tussenin, komt slechts zelden voor. Als een patiënt manisch depressief wordt genoemd gaat het meestal om ziekelijke stemmingsstoornissen die in hoofdzaak slechts in één richting gaan: hetzij herhaaldelijk voorkomende manieën, zonder of met een enkele aanval van depressiviteit daar tussendoor, hetzij herhaaldelijk voorkomende gedrukte stemmingswisselingen (depressies) of zwaarmoedigheid (melancholieën), zonder of soms met een enkele opgewonden stemmingswisseling. De aandoening doet zich veel vaker voor in de depressieve vorm dan in de manische vorm (verhouding ca. 10 tegen 2).
Het begin van manisch depressief ligt vrij zelden voor het twintigste jaar. Na het dertigste jaar neemt het aantal gevallen sterk toe en soms doen de eerste verschijnselen zich pas op veel latere leeftijd, bijvoorbeeld na het zestigste jaar, voor. De duur van een manische of een depressieve fase, die dikwijls geleidelijk maar soms ook wel plotseling ontstaat, kan variëren van enkele weken (zelden) tot acht maanden. De gemiddelde duur van een fase is ongeveer drie maanden. Het herstel van iedere fase is steeds volledig. Men weet echter nooit van tevoren of zich een herhaling zal voordoen.
De manische en depressieve fasen treden veel minder vaak spontaan op dan men vroeger wel dacht. In de meeste gevallen zijn er aanleiding gevende (provocerende) oorzaken, zoals een lichamelijk letsel, infectie, enz. Vaak lijken deze oorzaken van weinig belang, maar voor het ontstaan van mogelijke herhalingen zijn zij van grote betekenis gebleken. Beide ziektebeelden worden met wisselend succes bestreden met geneesmiddelen.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.