Fobieen

Klachten en verschijnselen van Fobie
– Blijvende, niet-realistische angst voor een voorwerp, dier, activiteit of situatie.
– Dwingend verlangen het gevreesde te vermijden.
– De persoon kan wel inzien dat de angst overdreven of niet realistisch is, maar het vermijdingsgedrag blijft bestaan.
– Niet in staat zijn normale bezigheden te vervullen.

Een fobie (van het Griekse phobos, voor vrees of vlucht) is een aanhoudende, irrationele angst voor iets een voorwerp, een dier, zoals een insect, of een situatie, zoals het zich bevinden temidden van veel mensen. Deze angst leidt tot een dwingend verlangen het gevreesde voorwerp of de gevreesde situatie te vermijden.

Zelfs al begrijpt de persoon dat de angst overdreven of niet realistisch is, hij is toch niet in staat de emotionele reactie te beheersen en hij zal ten koste van praktisch alles trachten het gevreesde te vermijden.

Fobie

Diagnose van Fobie

Wanneer de fobie geen ernstige verstoring van het dagelijkse leven veroorzaakt, wordt deze niet als ziekelijk beschouwd. Wanneer de angst ertoe leidt dat iemand niet in staat is zijn normale bezigheden te vervullen, moet er echter wel een diagnose worden gesteld en is behandeling nodig.

Een voorbeeld is agorafobie (pleinvrees), de angst zich te bevinden op plaatsen waar moeilijk gevlucht kan worden in geval van nood. Veel mensen, van wie 85 procent vrouwen, lijden aan agorafobie, die meestal begint tussen de leeftijd van 18 en 35 jaar. Een ander veel voorkomend voorbeeld is claustrofobie (van het Latijnse claustrum, voor afgesloten plaats), de irrationele angst voor een afgesloten of overvolle ruimte. Ziekelijke angst voor hoogten heet acrofobie (van het Griekse akros voor hoog).

Een bepaalde mate van onprettig gevoel in elk van deze situaties kan soms volkomen normaal zijn, maar wanneer de angst zo irrationeel en onbeheersbaar wordt dat de normale sociale betrekkingen en het dagelijkse leven eronder gaan lijden, wordt deze als een fobie beschouwd. De angst wordt meestal niet alleen gevoeld op het moment dat de patiënt geconfronteerd wordt met het object van de fobie, maar ook wanneer hij bang is ermee geconfronteerd te gaan worden (anticiperende angst). Fobieën kunnen een onderdeel zijn van angstaanvallen of paniekreacties.

Fobieen

Behandeling van Fobie

Volgens de psychotherapeutische theorie zijn fobieën geen reacties op een reëel gevaar, maar een primaire angst voor een verborgen conflict in de betreffende persoon. Zijn angsten voor verboden seksuele of agressieve impulsen – voor gevaar van binnenaf – worden als het ware geprojecteerd op een of ander object in de buitenwereld, bijvoorbeeld slangen. Dit is een verdedigingsmechanisme dat bekend staat als verplaatsing of projectie.

Psychotherapie kan helpen de oorspronkelijke betekenis van de angsten te ontdekken en de persoon te leren deze te verwerken. Gedragstherapie kan bij fobieën ook zeer succesvol zijn. Een veel gebruikte methode is het systematisch afleren van de angsten (geprogrammeerde desensitisatie), waar bij de persoon herhaaldelijk wordt blootgesteld aan de gevreesde situatie, totdat de angst afneemt. Hij kan, bijvoorbeeld, beginnen met te denken aan slangen en dan verder gaan en naar plaatjes van slangen kijken en tenslotte gaan kijken naar levende slangen. Behandeling met antidepressiva kan bij sommige patiënten met fobieën ook helpen.

Zijn fobieën gevaarlijk?

Fobieën komen weliswaar vrij veel voor, maar meestal in een minder uitgesproken vorm die voor het leven van de betreffende persoon en zijn omgeving minder belastend is.

Slechts ongeveer 2 op de 1000 fobiepatiënten zijn hierdoor in hun dagelijks functioneren ernstig belemmerd en worden behandeld. Het kleine aantal ernstige gevallen is ook te verklaren uit het feit dat fobieën door de meest uiteenlopende dingen opgeroepen worden. Een stadsmens die aan een onbedwingbare vrees voor slangen lijdt, zal slechts zeer zelden met het object geconfronteerd worden. Een boer die bang is voor een lift zal ook niet al te vaak in die situatie terechtkomen.

Waarom hebben vrouwen hier vaker last van?

Vrouwen komen er meer voor uit dat ze angsten hebben dan mannen. Toch is het opmerkelijk dat vrouwen ten opzichte van mannen gemiddeld drie keer zoveel aan fobieën lijden. Bij bepaalde fobie-soorten liggen de verhoudingen zelfs nog schever: 75 tot 90 procent van de veel voorkomende agorafobie-gevallen (pleinvrees) zijn vrouwen. Men vermoedt dat dit met de stereotype geslachtsrol van de vrouw te maken zou kunnen hebben. Agorafobie-patiënten zijn passief, verlegen en afhankelijk. Dit zijn allemaal eigenschappen die gewoonlijk aan de vrouw worden toegeschreven.

Verder zou de geïsoleerdheid van het gemiddelde huisvrouwenbestaan in vele gevallen ook van invloed kunnen zijn. Sommige wetenschappelijke theorieën zien agorafobie daarom als logisch, hoewel overdreven, verlengstuk van de hulpeloze, angstige vrouwenrol.

Welke fobieën bestaan er?

Het verschil tussen al deze fobie-soorten ligt niet alleen in het object van de angst of de situatie die gemeden wordt. Er zijn nog andere onderscheidingscriteria: de frequentie van het optreden, de geslachtsspecifieke verdeling en de leeftijd bij het begin van de geestelijke en lichamelijke verschijnselen. Men heeft de fobieën in vier groepen ingedeeld:
* Sociale fobieën.
* Agorafobieën.
* Dierfobieën.
* Andere eenvoudige fobieën.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips