Wat te doen bij dierenbeten?

Gewone huisdieren veroorzaken de meeste dierenbeten. Honden zijn eerder tot bijten geneigd dan katten. Maar een kattebeet veroorzaakt eerder infectie. Preventie is daarom de beste behandeling van dierenbeten.

Leer kinderen al heel jong om geen vreemde dieren te benaderen of aan te halen. Als u zelf een hond hebt, houdt u dan aan de aanlijnregels binnen uw woonplaats en dring er bij uw buren op aan dat zij hetzelfde doen. Als een dier u of een ander zomaar bijt, meld dat dan aan de plaatselijke politie. Dieren die van bijten een gewoonte hebben gemaakt, moeten voortdurend opgesloten blijven, in bedwang worden gehouden, of anders worden afgemaakt.

De overgrote meerderheid van dierenbeten wordt door huisdieren in het eigen gezin toegebracht, maar elk jaar worden er vele mensen gebeten door loslopende huisdieren.

Vooral dieren die in het wild leven kunnen gevaarlijk zijn, omdat ze mogelijk besmet zijn met hondsdolheid (rabies). Elk in het wild loslopend dier dat een mens heeft gebeten, moet gevangen worden en gecontroleerd worden op rabies (zie Het gevaar van hondsdolheid, hieronder).

Spoedbehandeling. Kleine beten. Behandel een kleine bijtwond (waarbij de huid wel kapot is maar niet is opengereten en waarbij het bloeden beperkt is) als elke andere kleine wond. Was de wond uit met water en zeep en breng een antiseptisch gaas (betadinegaas) aan om infectie te voorkomen.

Ga na of degene die is gebeten in de afgelopen vijf jaar een tetanusinjectie heeft gehad. Zo niet, vraag om spoedhulp van uw huisarts.

Ernstige beten. Als de beet een wond met diepe tandindrukken nalaat, als de huid in het gebeten gebied ernstig beschadigd is, of als de wond blijft bloeden, druk dan op de wond om het bloeden te stelpen. Roep medische spoedhulp in. De arts zal de wond onderzoeken, uitwassen en verzorgen. Hij zal ook een tetanusinjectie geven.

Indicaties van infectie. Ongeacht of de wond slechts oppervlakkig of veel ernstiger is, let steeds op mogelijke indicaties van een infectie in de uren en dagen na de beet. Zwellingen, rood worden, pus die uit de wond vloeit, of pijn moeten onmiddellijk aan de arts worden gemeld.

Door beten en krabben kunnen ook bepaalde ziekten worden overgebracht. Behalve zwellingen of pijn en irritatie rond de wond, zijn andere begeleidende symptomen: koorts, hoofdpijn en andere griepachtige verschijnselen. Ook dan geldt, raadpleeg onmiddellijk uw huisarts.