Urinestelsel

Het Urinestelsel bestaat uit nieren, urineleider, blaas en urinebuis (urethra) als functionele eenheid. Wegens de nauwe samenhang met de voortplantingsorganen ook als urogenitaalsysteem aangeduid. Het urinestelsel scheidt water en stofwisselingsproducten in de vorm van urine af. De nieren zijn gepaarde organen met een typerende vorm en wegen elk ongeveer 200 gram. Ze liggen aan weerskanten van de lendenwervelkolom. Iedere nier bevat ongeveer een miljoen hele kleine filtersystemen (nefronen). Elk daarvan bestaat uit een kleine vaatkluwen met een kapsel. Door vertakkingen van de nierslagader wordt dit systeem met bloed gevuld. Het filtratieproces is onder andere afhankelijk van de bloeddruk. De cellen van de vaatkluwens filteren de zogenaamde ‘urinegebonden stoffen’ uit het bloed en scheiden ze samen met water af. Nog bruikbare stoffen en het meeste water worden vervolgens in het gekronkelde deel van de nefronen, de tubulus, weer in de bloedbaan opgenomen.

Meerdere van deze tubuli vormen samen een groter urinekanaaltje, dat in de urinekelk uitmondt. De urinekanaaltjes geven de urine in het nierbekken af. Dit ligt aan het gedeelte van de nier dat naar de wervelkolom toegekeerd is. De urineleiders (ureters) zijn holle organen van ongeveer 15 tot 17 cm lengte, met de doorsnede van een potlood. Per seconde loopt er ongeveer een druppel urine door.

De urineblaas is een rond hol orgaan met elastische spierlagen in de wand. Ze slaat de urine op en ligt in het kleine bekken ; bij de vrouw voor en onder de baarmoeder. De blaasuitgang wordt door een krachtige sluitspier afgesloten. Bij toename van de hoeveelheid urine worden de gevoelszenuwen in de blaaswand geprikkeld. Via het ruggenmerg bereikt deze prikkel de hersenen. Op de terugweg leidt de impuls tot verslapping van de sluitspier, de urine loopt weg en de blaas ontspant zich. Het wateren (urineren) is gedeeltelijk een reflex en gedeeltelijk een aangeleerd proces. De urinebuis is een buisvormig orgaan, dat bij de man de urine van de blaashals tot de uitmonding van de penis voert en 20 tot 25 cm lang is. Via de urinebuis vindt ook de zaadlozing plaats; de zaadleider mondt ongeveer in het midden van de urinebuis uit. De vrouwelijke urinebuis is slechts 3 tot 5 cm lang en mondt dicht boven de schede-ingang uit. Zie ook mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips