Pasteuriseren
Pasteuriseren is een naar Louis Pasteur (1822-1895), een Franse chemicus en bacterioloog, genoemde methode om vloeibare voedingsmiddelen te conserveren. Door een kortstondige verhitting (12 minuten bij 85 °C) lukt het de ziektekiemen (bacteriën) in de voeding – zonder de smaak ervan aan te tasten – voor een groot deel te doden en tegelijk een langere houdbaarheid te bereiken.
Het pasteuriseren is een zegenrijke uitvinding gebleken. Veel ziekten die vroeger door koeienmelk – vooral op zuigelingen en jonge kinderen – werden overgebracht, zoals bijvoorbeeld tuberculose van de darm, tyfus, paratyfus, ziekte van Bang, roodvonk en bepaalde vergiftigingen door stofwisselingsproducten van bacteriën, konden op deze manier worden teruggedrongen of zelfs geheel geëlimineerd. Voor het pasteuriseren van melk gelden van overheidswege gestelde regels. Steekhoudende bezwaren tegen het pasteuriseren bestaan niet, want het verlies aan vitamine C is te verwaarlozen en wordt bovendien gemakkelijk gecompenseerd met voedsel als aardappelen, groenten en fruit.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.