Occipitaal been
Het achterhoofdsbeen (occipitaal been) vormt de achterzijde van de schedel en de schedelbasis. Het komt aan de zijkant bij de lambdanaad samen met de twee wandbeenderen (pariëtele beenderen) en de tepelvormige uitsteeksels van de slaapbeenderen (processus mastoideus).
Aan de basis van het occipitaal been, bij de basilaire gedeeltes, is het occipitaal been verbonden met het wiggebeen (sphenoïdbeen). Het occipitaal been heeft een opvallende bobbel of externe occipitale kam in het midden van de achterzijde van de schedel, terwijl de nuchale lijn (een lage, benige richel) de knobbel (cuspis) accentueert waar het occipitaal been naar beneden onder de basis draait. De grote opening (foramen magnum) in het occipitaal been kan men zien in het onderaanzicht van de schedel en hier lopen de zenuwen van het bovenste ruggenmerg tussen de hersenen en de rest van het ruggenmerg doorheen.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.