Zouttekort

Het menselijk lichaam krijgt niet snel te maken met een zouttekort. Het lichaam heeft dagelijks namelijk niet heel veel zout nodig. Een volwassene heeft per dag bijvoorbeeld slechts zes gram zout nodig. Zes gram zout is gelijk aan 2,4 gram natrium. Natrium is een onderdeel van zout. Zout staat eigenlijk voor natriumchloride en vaak worden aan zout ook andere stoffen toegevoegd, zoals het spoorelement jodium.

Te veel zout

Een zouttekort ontstaat niet snel. Mensen krijgen juist vaker een teveel aan zout binnen. In Nederland krijgt 85 procent meer dan de maximale aanbevolen hoeveelheid zout van 6 gram per dag binnen. Gemiddeld krijgt men in Nederland zo’n 8,7 gram zout binnen. Dat is bijna 50 procent meer dan die aanbevolen maximale hoeveelheid. Zout wordt toegevoegd aan brood, kruidenmixen, vlees en allerlei andere voedingsmiddelen om het langer houdbaar te maken. Vooral kant-en-klaar maaltijden bevatten veel zout. Met bijvoorbeeld één kant-en-klaar pizza krijgt u al bijna 5 gram zout binnen. Kinderen moeten minder zout consumeren, omdat de nieren veel zout nog niet kunnen verwerken. Op latere leeftijd kan dit problemen aan de nieren geven.

Te veel zout consumeren kan ook bij volwassenen nierproblemen veroorzaken. De nieren moeten dan namelijk te hard werken en kunnen hierdoor schade oplopen. Naast nierziekten kan het lichaam te maken krijgen met een verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziekten. Er zijn ook onderzoeken die indiceren dat een te hoge zoutconsumptie de kans op maagkanker kan verhogen. Verder kan te veel zout in het lichaam ertoe leiden dat u het belangrijke mineraal calcium verliest via uw urine. Hierdoor kunt u bij zouttekort eveneens problemen krijgen aan uw skelet en gebit.

Zouttekort

Wanneer kunt u dan wel een zouttekort krijgen? Zouttekort kan ontstaan bij ziekte. Bijvoorbeeld als u diarree heeft of als u veel zweet. Ook bij extreem zweten door sport kan er een zouttekort ontstaan. Dit komt het meest voor bij marathonlopers. Zij spannen zich langdurig in en verliezen zowel veel zout als vocht. Vaak vullen zij hun vochttekort wel aan, maar wordt een zouttekort over het hoofd gezien. Iets wat echter gevaarlijk kan zijn, want het lichaam heeft zout nodig om geen watervergiftiging te krijgen. Bij beide zouttekortsituaties is er sprake van acuut zouttekort. Chronisch zouttekort is vrijwel onmogelijk om te krijgen.