Gewrichtsvormen

Naar de omvang van hun beweeglijkheid onderscheidt men bij de gewrichtsvormen:
Het kogelgewricht heeft de grootste bewegingsmogelijkheden. Het bestaat uit een kogelvormige gewrichtskop, die in een holle kogelvormige gewrichtskom past. De gewrichtskop draait zich niet alleen in elke richting, maar ook om zich zelf, voorzover die niet door vaste banden geremd wordt.

Een voorbeeld van een kogelgewricht is het schoudergewricht. Het maakt het mogelijk de arm op te heffen en te laten zakken, maar ook uitspreiden naar de zijkant, van het lichaam af en draaiende bewegingen te maken. Ook het nootgewricht, waartoe het heupgewricht gerekend wordt, is een kogelgewricht. Hier is echter de bewegingsvrijheid wat geringer, omdat de gewrichtskom de gewrichtskop voor 2/3 omsluit. Zo wordt de heupkop tegen ontwrichtingen beschermd.

Het zadelgewricht bestaat uit twee gewrichtsvormen, die in de het ene vlak een concave (holle) en in het andere vlak een convexe (bolle) kromming hebben. Een voorbeeld hiervan is het handwortel-middenhand-gewricht van de duim (articulatio carpometacarpea pollicis). Aan een zadelvormig gewrichtsvlak aan het trapezevormig been (os trapezium) sluit de overeenkostige gevormde basis van het eerste middenhandsbeentje aan. Om de ene as kan de duim aangetrokken en weggespreid worden, om de andere as kan de duim naar binnen en naar buiten draaien. Het maakt complexe bewegingsprocessen in de hand mogelijk (grijphand).

Vlakke gewrichten hebben twee platte gewrichtsvlakken zoals de tussenwervelgewrichten van de halswervels. Hun vorm, vooraan hoger, achteraan lager, maakt het mogelijk voorover en terug te buigen. Tot de rolgewrichten behoren het rad- of wiggewricht. Ze bestaan uit een concaaf en een cylindrisch gewrichtsvlak, waarbij de gewrichtsas door de lengteas van het cylindrische deel loopt. Een wiggewricht is bijvoorbeeld het bovenste spaakbeen- ellepijp- gewricht, een radgewricht het onderste spaakbeen- ellepijp- gewricht. Scharniergewrichten vormen de eenvoudigste gewrichtsvorm. Zij hebben maar één bewegingsmogelijkheid. Het gewricht bestaat uit een op een wals lijkende gewrichtskop en een gewrichtskom, die op een holle cylinder lijkt en de gewrichtskop grotendeels omsluit. Een voorbeeld van een scharniergewricht is het opperarmbeen-ellepijp-gewricht.

Eigewrichten / nootgewrichten maken bewegingen om twee loodrecht op elkaar staande assen mogelijk. De gewrichtskop heeft hier de vorm van een ei, de gewrichtskom de erbij passende uitgeholde vorm. Het proximale handgewricht maakt dit heel goed duidelijk. Het ene vlak maakt strek- en buigbewegingen mogelijk, het andere vlak kan bewegingen in de richting van de duim of de pink maken.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips