Patiëntenrecht minderjarigen

Niet alleen volwassenen worden ziek. Ook minderjarigen kunnen met de gezondheidszorg te maken krijgen. Hoe het met de patiëntenrechten van kinderen is geregeld, hangt van hun leeftijd af. In principe bezitten ouders het ouderlijk gezag over hun minderjarige kinderen. Een kind is voor de wet minderjarig als het nog geen 18 jaar is en niet gehuwd is (geweest). Volgens het Burgerlijk Wetboek zijn grofweg gezegd personen tot 18 jaar niet bekwaam om zelfstandig – zonder toestemming van de ouders – rechtshandelingen te verrichten. Het aangaan van een geneeskundige behandelingsovereenkomst is een rechtshandeling: de patiënt vraagt om (medische) hulp en is verplicht daarvoor te betalen en de hulpverlener levert de gevraagde hulp. Volgens het Burgerlijk Wetboek kunnen dus alleen personen ouder dan 18 jaar zelfstandig een overeenkomst aangaan (wel is het zo dat vooral een ouder kind geacht wordt bepaalde rechtshandelingen te kunnen verrichten die ‘normaal’ voor die leeftijd zijn: het ‘handelen met het oordeel des onderscheids’).

De WGBO maakt hierop een uitzondering. Ingevolg de WGBO zijn personen vanaf 16 jaar bevoegd zelf beslissingen te nemen over het al dan niet ondergaan van een geneeskundig onderzoek of geneeskundige behandeling. Zij kunnen zelfstandig een behandelingsovereenkomst met een hulpverlener aangaan zonder de ouders daarvan op de hoogte te stellen. Wel blijven ouders verantwoordelijk voor de betaling van de medische zorg.

In de WGBO is dus een aparte regeling opgenomen voor minderjarige patiënten. De minderjarigen zijn hiertoe in drie leeftijdsgroepen verdeeld.

Kinderen tot 12 jaar. Kinderen tot 12 jaar zijn minderjarig en mogen geen zelfstandige rechtshandelingen verrichten. Dit betekent dat ze officieel geen ‘stem’ hebben inzake (medische) behandeling, verpleging en verzorging; ze worden vertegenwoordigd door hun ouders. In de praktijk betekent dit dat het recht van het kind wordt afgestemd op diens leeftijd en bevattingsvermogen.

Ze hebben net als volwassenen recht op medische behandeling, maar de toestemming van de ouders is noodzakelijk. De ouders oefenen namens het kind alle patiëntenrechten uit.

Maar wat als de ouders weigeren toestemming te geven terwijl de hulpverlener vindt dat er medisch moet worden ingegrepen omdat anders de gezondheid van het kind ernstig wordt geschaad? Bijvoorbeeld als er een bloedtransfusie nodig is om het leven van het kind te redden en de ouders uit religieuze overtuiging hun toestemming voor zo’n behandeling weigeren? In zo’n geval kan de hulpverlener de rechter om een (tijdelijke) maatregel voor kinderbescherming vragen. Als de rechter in het belang van het kind zo’n verzoek inwilligt, worden de ouders (tijdelijk) uit hun ouderlijke macht gezet en kan de hulpverlener de bloedtransfusie geven.

Het kan ook zijn dat de minderjarige ernstige bezwaren tegen een behandeling heeft. Dan moet de hulpverlener vanuit zijn professionele deskundigheid bekijken of deze bezwaren van doorslaggevende aard zijn. Hij moet daarbij wel rekening houden met het bevattingsvermogen van zijn jonge patiënt.

De ouders van kinderen jonger dan 12 jaar hebben recht op informatie, inzage in en afschrift van medische gegevens betreffende hun minderjarige kind. Daarnaast heeft het kind zelf een eigen recht op informatie (op het niveau van zijn leeftijd). De hulpverlener moet deze informatie zodanig geven dat het kind deze kan begrijpen.

Als de hulpverlener het geven van informatie aan de ouders niet in het belang van het kind acht, zal hij die informatie niet geven en ook inzage in het dossier weigeren. Hij is namelijk verplicht het belang van de minderjarige in acht te nemen.

Kinderen tussen 12 en 16 jaar. Bij patiënten tussen 12 en 16 jaar is er een gezamenlijke verantwoordelijkheid: zowel de ouders als zijzelf hebben een stem in beslissingen over de behandeling.

Als ouders en kind het niet eens zijn, hangt het van het bevattingsvermogen van de minderjarige af of zijn mening zwaarder wordt gewogen dan die van de ouders. De hulpverlener moet dit zorgvuldig inschatten en het belang van de minderjarige altijd vooropzetten.

Voor de uitvoering van een behandeling is dus de toestemming van ouders én kind nodig. De behandeling kan zonder toestemming van de ouders worden uitgevoerd als deze behandeling kennelijk nodig is om ernstig nadeel voor de minderjarige te voorkomen. Bijvoorbeeld als het kind een geslachtsziekte heeft en zowel de arts als de minderjarige ervan overtuigd zijn dat toestemming van de ouders niet moet worden gevraagd.

Geven de ouders wel toestemming voor een behandeling, maar weigert de minderjarige, dan zal de hulpverlener een inschatting moeten maken van de situatie. Als niet-behandelen geen ernstig nadeel voor het kind oplevert, zal de hulpverlener de wil van de minderjarige volgen.

Minderjarigen tussen 12 en 16 jaar hebben een eigen recht op informatie, inzage in en afschrift van het dossier. Hebben de ouders toestemming voor de uitvoering van een medische behandeling gegeven, dan hebben zij de hiervoor genoemde rechten ook. Maar is de behandeling uitgevoerd zonder hun toestemming (ook zonder dat deze is gevraagd), dan hebben zij alleen recht op informatie, inzage en afschrift als de minderjarige hierin toestemt.

De hulpverlener kan in het belang van het kind weigeren de ouders te informeren en inzage/afschrift te geven. In de jurisprudentie worden als voorbeelden genoemd (verdenking van) incest of kindermishandeling.

Kinderen tussen 16 en 18 jaar. Minderjarigen vanaf 16 jaar zijn bekwaam om zelfstandig, zonder toestemming van de ouders, een behandelingsovereenkomst met een hulpverlener aan te gaan (of te verbreken). Ze mogen ook rechtshandelingen verrichten die direct verband houden met zo’n overeenkomst, zoals het kopen van voorgeschreven geneesmiddelen in een apotheek. Voor het ondergaan van een behandeling is dus geen toestemming van de ouders nodig.

Het is denkbaar dat de minderjarige wil vermijden dat de ouders op de hoogte zijn van een behandeling. Bijvoorbeeld een minderjarig meisje van 16 dat zonder medeweten van haar ouders naar de huisarts gaat voor de anticonceptiepil. Zitten de ouders in het ziekenfonds en is zij meeverzekerd, dan kan ze een eigen ziekenfondskaart aanvragen. De kosten worden dan (buiten haar ouders om) direct bij het ziekenfonds gedeclareerd. Zijn de ouders particulier verzekerd en is de minderjarige meeverzekerd, dan is het alleen mogelijk de ouders buiten de behandeling te houden door de rekening zelf te betalen en – als de minderjarige een eigen rekening heeft – de verzekering te vragen dat bedrag op de eigen rekening terug te storten.

De minderjarige tussen 16 en 18 jaar heeft een zelfstandig recht op informatie, inzage in en afschrift van het dossier. De ouders hebben uitsluitend met gerichte toestemming van de minderjarige deze zelfde rechten.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips