ADH
(antidiuretisch hormoon), een in de achterkwab van de hypofyse geproduceerd hormoon dat ervoor zorgt dat de hoeveelheid water in het lichaam op een constant niveau gehouden wordt. Zodra weefselvloeistof en bloed geconcentreerder worden, wordt dit in de hersenen gesignaleerd en wordt meer ADH geproduceerd. De nieren worden door het ADH aangezet de wateruitscheiding te beperken zodat het waterevenwicht weer wordt hersteld. Bij een teveel aan water gebeurt het omgekeerde.
Bij ziekte van de hypofyseachterkwab (of hypothalamus) verhindert een tekort aan ADH het vasthouden van voldoende vocht. De patiënt plast grote hoeveelheden zeer verdunde urine en is dorstig. Deze aandoening staat bekend als diabetes insipidus.
Ook alcohol heeft een verlagend effect op de ADH-produktie. Dit is de reden dat men na het gebruik van slechts enkele consumpties zo veelvuldig moet urineren. Het is overigens een misvatting te denken dat men op deze wijze de genuttigde hoeveelheden alcohol sneller kwijtraakt. De urine die geproduceerd wordt, bevat nauwelijks alcohol.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.