Oogspieren
We onderscheiden binnenste en buitenste oogspieren. Zij maken de beweging van de oogbol mogelijk. De binnenste oogspieren dienen om de pupilopening en de kromming van de lens te kunnen verstellen.
Hun functie wordt door de sympathicus respectievelijk de parasympathicus bestuurd. Om een bepaald voorwerp in ons blikveld te laten komen, draaien we ons hoofd of ons lichaam. Het moet echter ook zo zijn, dat het beeld van dat voorwerp op de “gele vlek” van het netvlies valt.
Deze instellingsmogelijkheid wordt mogelijk gemaakt door de buitenste oogspieren. Zij draaien en brengen de oogappel naar boven en naar beneden.
Elk van de volgende zes spieren is verantwoordelijk voor een bepaalde bewegingsrichting:
· mediale rechte oogspier (musculus rectus medialis):draaiing naar binnen
· zijdelingse rechte oogspier (musculus rectus laterialis):draaiing naar buiten
· bovenste rechte oogspier (musculus rectus superior):trekt de oogbol naar boven
· onderste rechte oogspier (musculus rectus inferior):trekt de oogbol naar beneden
· bovenste schuine oogspier (musculus obliquus superior):buitenwaartse draaiing, omlaagblikken
· onderste schuine oogspier (musculus obliquus inferior):binnenwaartse draaiing, omhoogblikken
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.