Implanteerbare defibrillator
Ventriculaire tachycardie kan ernstige verschijnselen veroorzaken, zoals verlies van het bewustzijn, en overgaan in het gevaarlijker ventrikelfibrilleren. Ventrikelfibrilleren is een levensbedreigende hartritmestoornis. Helaas lopen mensen bij wie eerder ventrikelfibrilleren is opgetreden kans op herhaling hiervan. Omdat geen enkel geneesmiddel 100 procent doeltreffend is in het voorkómen van herhaling zijn vaak speciale maatregelen gerechtvaardigd. In toenemende mate worden hierbij automatische implanteerbare defibrillators gebruikt.
Automatische implanteerbare defibrillators zijn, net als pacemakers, op batterijen werkende apparaatjes die in het lichaam geïmplanteerd worden. Omdat ze iets groter zijn dan pacemakers worden ze onder de spieren van de buik geïmplanteerd. Ze kunnen zonodig ook voor “pacing” (stimulatie) gebruikt worden, net als een gewone pacemaker.
De automatische implanteerbare defibrillator is door middel van draadelektroden aan het hart bevestigd. Sommige draden worden via aders (venen) naar de binnenkant van het hart gebracht waar zij de hartslag kunnen registreren. Andere draden worden aan de buitenkant van het hart bevestigd. Deze moeten het hart een elektrische schok toedienen als de hartritmestoornis opgeheven moet worden.
Automatische implanteerbare defibrillators kunnen de hartritmestoornis registreren en het normale hartritme herstellen. Als ventriculaire tachycardie optreedt zal de defibrillator het normale hartritme herstellen door middel van een kleine elektrische impuls. Als meerdere pogingen falen of als de ritmestoornis overgaat in ventrikelfibrilleren zal de defibrillator het hart rechtstreeks een elektrische schok toedienen.
De schok zal bij iedereen telkens weer anders aanvoelen, bijvoorbeeld als een schop of een stomp tegen de borst. Als de dokter denkt dat u een automatische implanteerbare defibrillator nodig hebt, zal hij u over de eventuele risico’s en complicaties ervan informeren.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.