Wet op de orgaandonatie (WOD)

Op 1 februari 1998 is de Wet op de orgaandonatie (WOD) van kracht geworden. Doel van deze wet is dat meer Nederlanders besluiten organen ter beschikking te stellen. Daartoe regelt de wet de juridische positie van de donor, onder meer via het ‘volledig beslissysteem’. Dit komt erop neer dat zowel de uitdrukkelijk gegeven toestemming als het bezwaar tegen orgaanuitname kunnen worden geregistreerd. Toestemming of bezwaar kan iedere meerderjarige in het centraal donorregister laten noteren. Daarnaast is er een derde mogelijkheid: wie niet kan kiezen tussen toestemming of bezwaar, kan laten vastleggen dat de beslissing over orgaanuitname wordt overgelaten aan zijn nabestaanden of bepaalde door hem aangewezen personen. Elke meerderjarige krijgt via de gemeente een donorformulier waarop hij zijn keuze kenbaar kan maken. Als iemand geen keuze maakt, kan na zijn overlijden nog toestemming worden gevraagd aan de samenlevende echtgenoot, levensgezel of in de wet genoemde familieleden. Als deze personen het niet eens zijn, kan niet worden overgegaan tot verwijdering van een orgaan. Naast het donorregister blijft het mogelijk om een wilsbeschikking over orgaandonatie te maken bij schriftelijke wilsverklaring, bijvoorbeeld in de vorm van het bekende donorcodicil.

De arts die de dood vaststelt, moet nagaan of in het centrale donorregister een verklaring van de overledene aanwezig is. Voordat een orgaan wordt verwijderd, moet de dood worden vastgesteld door een arts die noch is betrokken bij de verwijdering, noch bij de implantatie van dat orgaan. Ook de lijkschouwer is aan bepaalde voorschriften onderworpen.

De nieuwe wet biedt ten aanzien van de hersendood extra waarborgen. De wet geeft hiervoor de volgende definitie: ‘het volledig en onherstelbaar verlies van de functies van de hersenen, inclusief hersenstam en verlengde merg’. De vaststelling van de hersendood kan alleen plaatsvinden bij dodelijk hersenletsel waarvan de oorzaak bekend is en dat niet behandelbaar is. Deze laatste bepaling moet de angst wegnemen dat een orgaan zou worden verwijderd terwijl er voor de donor nog behandelmogelijkheden zijn. Bovendien moet de Gezondheidsraad een protocol opstellen ten aanzien van de procedures waaraan ziekenhuizen zich moeten houden bij het vaststellen van de hersendood.

Verder regelt de WOD de mogelijkheid van orgaandonatie tijdens het leven van de donor. Hiervoor komen alleen in aanmerking bepaalde organen (waarvan de mens er twee heeft) of regenererend weefsel (denk aan beenmerg). De toestemming moet altijd schriftelijk worden gegeven. Tot slot staat in de WOD dat het beschikbaar stellen van een orgaan niet met een financiële vergoeding gepaard mag gaan, anders dan tegen vergoeding van onkosten. Een ander uitgangspunt is dat orgaandonatie anoniem plaatsvindt.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips