Sarcoidosis
Sarcoidosis stond vroeger als ziekte van Besnier Boeck Schaumann bekend staande aandoening van onbekende oorsprong, gekenmerkt door de aanwezigheid van korrelvormige, niet-verkazende vormsels ontstaan uit dekweefsel (epitheloïde granulomen) in lymfklieren, longen en andere organen.
Over het wezen van de sarcoidosis hangt nog steeds een waas van onzekerheid, zowel wat betreft de oorzaak als de behandeling en de vooruitzichten. Vrijwel unaniem is men van mening dat deze ziekte een algemene aandoening is van nog onbekende oorsprong met een uitermate gevarieerd, maar toch ook weer vrij goed bekend klinisch beeld met zeer bepaalde kenmerken van de aangetaste weefsels. Meestal wordt het vermoeden van sarcoidosis opgewekt door het vinden van afwijkingen in de borstholte. Van alle organen zijn naast de lymfklieren de longen het gevoeligst. Deze conclusie berust vooral op de uitkomsten van massadoorlichting als bevolkingsonderzoek op tuberculose.
Dubbelzijdige aandoening van de klieren of het longweefsel is regel, enkelzijdige sarcoïdosis is zeldzaam. De lymfklierzwellingen gaan later gepaard met vele kleine infiltraatjes in de longen. De klierzwellingen kunnen ook afzonderlijk voorkomen, terwijl ook longafwijkingen worden gezien zonder lymfkliervergroting, zodat men de volgende algemene indeling kan opstellen:
a.klierzwellingen zonder meer,
b.klierzwellingen met uitzaaiingen, vele kleine haardjes in de middengebieden van beide longen,
c.longafwijkingen en andere afwijkingen, zonder of met zeer geringe klierzwelling. De klierzwelling gaat in de meeste gevallen na korte of lange tijd spontaan terug zonder uitbreiding en zonder ook weer de longen of andere organen aan te doen. Ook tijdens de zwangerschap treedt een tijdelijke teruggang op.
De diagnose sarcoidosis wordt gesteld op basis van de volgende groepen ziektekenmerken:
1.weefselonderzoek: aanwezigheid van epitheelachtige cellen en reuzencellen, ontbreken van vochtuitzweten (exsudatie) en verkazing in de longen,
2.bacteriologisch onderzoek: geen ziekteverwekkende bacteriën in opgegeven slijm (negatieve sputumkweken), geen huidreacties op onderhuidse inspuiting van tuberculine, een van tuberkelbacillen verkregen stof die de aanwezigheid van deze ziekteverwekkers in het bloed kan aantonen door een huidreactie,
3.algemeen onderzoek: goede algemene toestand, geen tekenen van ziekte. Bijzondere lokalisaties (voornamelijk röntgenologisch vastgesteld), karakteristiek, reeds beschreven ziekteverloop.
De vooruitzichten zijn meestal gunstig. Het beginstadium wordt in de regel niet behandeld. In het eerste stadium van de ziekte geneest 80% spontaan. In ongeveer 20% van de gevallen ontstaat een tweede stadium, eventueel later overgaande in het derde stadium. De enige groep geneesmiddelen waarmee bij sarcoidosis succes kan worden bereikt zijn de bijnierschorshormonen (corticosteroïden).
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.