Parotis
De speekselklieren zorgen samen met andere slijmmembranen in de mondholte voor de productie van speeksel, een vrij dikke, heldere, basische vloeistof die helpt bij het verteren van voedsel. De speekselklieren zijn onder andere de oorspeekselklier (parotis) en de kleinere ondertongspeekselklier en onderkaakspeekselklier. Als iemand voedsel proeft of ruikt (en er soms zelfs alleen maar aan denkt) beginnen de speekselklieren in de mond speeksel af te scheiden.
Het produceren van speeksel door aan voedsel te denken of dit te proeven is een Pavlov-reactie, genoemd naar de wetenschapper die zulke reacties heeft onderzocht bij honden. De bof, een ontstekingsziekte, tast onder andere de speekselklieren aan, wat leidt tot moeilijkheden bij het kauwen en slikken.
Speeksel heeft ook een reinigende werking en dient om afgestorven epitheelcellen, de meeste bacterïën en voedseldeeltjes bij de tanden weg te houden. Speeksel houdt de mond vochtig bij het articuleren en spreken en maakt voedsel vochtig zodat het gemakkelijker ingeslikt kan worden. De enzymen in het speeksel beginnen met het afbreken van het voedsel nog voordat het de maag bereikt.
Een aantal gifstoffen (waaronder lood, kwik en ander zware metalen) worden via het speeksel uitgescheiden en speekselafscheiding heeft ook een functie in de waterhuishouding van het lichaam.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.