Voedselverwerking
De tanden en kiezen zijn geplaatst in de mondholte, die een zeer grote hoeveelheid bacteriën van allerhande soort bevat. De mondholte wordt inwendig vochtig gehouden door het speeksel, een eiwithoudende, wat kleverige vloeistof die althans op sommige bacteriën een groei-remmende invloed heeft en waarvan de reactie licht alkalisch is.
Het wat kleverige speeksel hecht zich makkelijk aan het oppervlak van tanden en kiezen, in het bijzonder op de plaatsen waar het oppervlak onregelmatigheden toont.
Dit kleverige laagje tandaanslag – ook wel ”tandplak” genoemd – vangt allerlei ongerechtigheden die het tandoppervlak kunnen bedekken (tandaanslag) en levert ook pension aan vele bacteriën die zich als in een broedstoof kunnen vermeerderen.
Onder deze bacteriën zijn er die eenvoudige suikers in zuur omzetten dat voor het ontstaan van bederf van veel belang is. Na een maaltijd waarbij suikers gevangen worden of blijven hangen in allerlei kleine spleten op en tussen de tanden en kiezen, zal zich op die plaatsen zuur vormen dat echter na verloop van tijd door het zwak alkalische speeksel weer kan worden geneutraliseerd.
Het speeksel vervult dus met betrekking tot de ontwikkeling van het tandbederf een dubbele rol: ongunstig door de vorming van het kleverige aanslaglaagje op de tanden dat de broedplaats van bacteriën vormt indien deze de suiker wordt aangeboden waaruit ze zuur vormen, gunstig door het neutraliseren van een gevormd zuur.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.