Implantatie van tanden

Van alle Nederlanders die 65 en ouder zijn, heeft 73 procent een volledig kunstgebit; gerekend over alle leeftijdsklassen heeft 24 procent van de Nederlandse bevolking geen eigen tanden meer. De techniek heeft de laatste jaren niet stil gestaan, maar een kunstgebit kan nog altijd veel problemen geven.

De narigheden die samenhangen met een kunstgebit kunnen in de toekomst misschien verdwijnen door de ontwikkeling van een nieuwe implantatietechniek van kunsttanden; de osseointegratie. Osseo betekent bot, integratie wil zeggen: verenigen met iets anders. Het procédé is ontwikkeld in Zweden en wordt ook in ons land toegepast. Bij deze methode wordt een soort fundering van titanium bevestigd in het bot van de kaak. Aan deze fundering kan een vaste, maar ook een uitneembare prothese of een enkele tand bevestigd worden. Deze werkwijze wordt toegepast bij mensen die om lichamelijke of emotionele redenen geen gewone prothese kunnen verdragen.

Bij osseointegratie worden de kunsttanden dus vastgemaakt aan het bot van de onder- of bovenkaak. Een enkele tand of alle elementen kunnen op deze manier vervangen worden. Het gewone kunstgebit rust op een dun laagje tandvlees, dat daardoor pijnlijk of geïnfecteerd kan worden. Bij osseointegratie zijn de kunsttanden verankerd in de kaak op een manier die vergelijkbaar is met de echte elementen. De kracht die bij het kauwen gebruikt wordt is dan bijna normaal, terwijl die bij het kunstgebit gewoonlijk veel lager is. Op deze manier helpt osseointegratie tegen het slinken van de kaak.

Werkwijze

De methode wordt uitgevoerd in een aantal stappen die verdeeld worden over een aantal maanden. Het is een dure methode. Voor de operatieve fase kan in gecompliceerde gevallen algemene anesthesie nodig zijn en enkele dagen ziekenhuisopname. In eenvoudige gevallen kan de ingreep in de behandelkamer plaats vinden.

De eerste stap is het boren van gaten in de onder- en bovenkaak, waarin holle titanium cilinders worden geplaatst die voorzien zijn van schroefdraad. Het botweefsel van de kaak groeit dan rond de geïmplanteerde cilinders aan. Het oude kunstgebit wordt voor deze periode aangepast. Enige maanden na de operatie worden massieve metalen stiften in de cilinders geschroefd. Enkele weken later wordt een afdruk van de kaak met de stiften gemaakt, vervolgens worden kunstelementen gemaakt die met kleine gouden schroefjes op de stiften worden geschroefd.

In een zeer groot aantal van de gevallen is deze procedure een succes. Dit grote succes is te danken aan de vaardigheid en zorgvuldigheid waarmee osseointegratie wordt uitgevoerd en ook aan de gedisciplineerde wijze waarop de patiënten hun mond verzorgen.