Angst voor het alleenzijn
‘Het is niet goed dat de mens alleen is’, zo staat het al in de bijbel. Eveneens wordt vaak gezegd dat de mens een kuddedier is. En inderdaad voelen de meeste mensen zich beter in gezelschap van anderen, dan wanneer ze alleen zijn. Uit dit gegeven mag echter nog niet geconcludeerd worden dat angst voor het alleenzijn een normaal verschijnsel is. Het is namelijk zeker mogelijk dat dit ziekelijke vormen gaat aannemen. Wanneer men wil beoordelen wanneer angst voor het alleenzijn normaal is en wanneer van een stoornis gesproken moet worden, dan moet men in eerste instantie rekening houden met de situatie waarin deze angst wordt ondervonden.
* Van de huilende baby om wie zich niet onmiddellijk iemand bekommert, is het heel begrijpelijk en terecht dat hij angstig wordt. Er bestaat dan angst om alleen gelaten en niet meer verzorgd te worden. Dan is de angst voor het alleenzijn een wijze van uitdrukking voor de overlevingsdrift en voor de noodzaak om als hulpeloze baby anderen bij zich te hebben die voor voedsel zorgen.
* Vrouwen die ‘s nachts alleen door een donker park of een onbewoonde straat lopen, hebben eveneens reden om bang te zijn. Aangerand en verkracht te worden is helaas een reëel gevaar.
Angst bij gevaar
Deze beide voorbeelden laten zien dat angst voor het alleenzijn in bepaalde situaties waarin gevaar dreigt en men zich hulpeloos voelt, normaal is. In deze gevallen is men namelijk aangewezen op de fysieke of psychische ondersteuning door anderen. Er zijn dus omstandigheden in het leven waarin angst voor het alleenzijn adequaat is.
Ongegronde angst is echter iets ziekelijks. Ze kan degenen die eronder gebukt gaan dermate beperken dat ze niet in staat zijn een normaal leven te leiden. Dat is vaak het geval bij depressieve mensen. Anderen hebben een regelrechte fobie ontwikkeld voor het alleenzijn. Ze chanteren hun medemensen vaak met hun angst door erop te staan steeds één of meer personen bij zich in de buurt te hebben, omdat de angst hen anders teveel wordt en ze in paniek kunnen raken.
Waar komt de angst voor het alleenzijn vandaan?
De angst voor het alleenzijn wortelt bijna altijd in de kinderjaren. Kinderen die lange tijd verantwoordelijkheid moesten dragen die ze niet aankonden, voelen later angst wanneer ze alleen worden gelaten. Deze angst keert op volwassen leeftijd dan vaak terug. Ze is dan de uitdrukking van een behoefte om iets in te halen, namelijk het gevoel geborgen te zijn en verzorgd te worden. In psychologisch opzicht is deze angst een vorm van terugvallen in en zich fixeren op een vroegere ontwikkelingsfase.
Hoe kan men de betreffende mensen helpen?
In de eerste plaats moeten mensen die bang zijn om alleen te zijn, serieus worden genomen. Het onvermogen om alleen te kunnen zijn leidt immers aantoonbaar tot paniekreacties, die ook tot uiting komen in sterke lichamelijke klachten en in het ergste geval met zelfmoord kunnen eindigen. Daarom moet een roep om hulp niet licht worden opgevat. Aan de andere kant moet men zich ook niet te vaak of te lang onder druk laten zetten door iemand die door deze angst wordt gekweld. Daarmee zou men de angst voor het alleenzijn indirect alleen maar versterken. In chronische gevallen moet men de betreffende persoon adviseren hulp te zoeken bij een arts of psychotherapeut of in psychotherapie te gaan.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.