Microcomputer
De neurotransmitters veroorzaken veranderingen in de ontvangende zenuwcel van tweeërlei aard. Deze laatste kan geactiveerd worden en zelf actiepotentialen opwekken en voortgeleiden of hij kan geremd worden waardoor het opwekken van die actiepotentialen wordt tegengegaan.
In het eerste geval wordt gesproken van activatie of excitatie, in het tweede geval van inhibitie of remming. Dit verschil wordt bepaald door de soort neurotransmitter. Sommige neurotransmitters remmen de zenuwcellen, andere activeren ze, weer andere kunnen een modulerend effect hebben.
De ontvangende zenuwcel heeft nu te maken met vele duizenden of zelfs honderdduizenden signalen in een zeer kleine tijdsperiode, die hetzij tegelijkertijd of in een bepaalde tijdspanne hun signalen willen overdragen. De zenuwcel moet dus als een microcomputer niet alleen activerende signalen optellen en aftrekken, maar ook op een bepaald moment een beslissing nemen omtrent het wel of niet opwekken van actiepotentialen.
Elke zenuwcel kan dan ook beschouwd worden als een PC of microcomputer. Ook heeft men de zenuwcel wel vergeleken met een grote vergaderplaats waar voortdurend bijeenkomsten worden gehouden en waar telkens beslissingen moeten worden genomen.
De activerende synapsen zijn ja-stemmers, de remmende synapsen nee-stemmers. Overtreft het aantal ja-stemmers de nee-stemmers, dan kan een beslissing worden uitgevoerd en is er sprake van het opwekken en voortgeleiden van een reeks actiepotentialen. Elke zenuwcel heeft zijn eigen groep ja-stemmers en nee-stemmers.
Het probleem van de ontvangende zenuwcel is niet zozeer om te weten wie de ja- en wie de nee-stemmers zijn; dat is op den duur aan de zenuwcel bekend en daarin treedt ook geen verandering op.
Een activerende of exciterende synaps zal altijd een ja-stem geven en een remmende of inhiberende synaps zal altijd een nee-stem geven. Het grote probleem is dat nooit van tevoren is te zeggen op welk moment dit zal gebeuren.
Als op een bepaald moment een beslissing moet worden genomen om een reeks actiepotentialen op te wekken en voort te geleiden, dan kunnen alleen de stemmen worden meegeteld die op dat moment ook worden uitgebracht. Als de ja-stemmers op dat moment hun hand niet opsteken omdat ze geen signaal daartoe ontvangen en er slechts een paar nee-stemmers zijn, is het resultaat altijd nee.
Zijn er een moment later echter evenveel nee-stemmers, maar plotseling een groot aantal ja-stemmers, dan is de stemming weer omgedraaid en kunnen er kort na elkaar vele positieve beslissingen door de zenuwcel worden genomen.
Een probleem voor de zenuwcel is echter dat niet alle stemmen even zwaar wegen. Het is eigenlijk zo dat stemmen van de afgevaardigden die het dichtst bij de voorzitter zitten het zwaarste wegen. De voorzitter zit als het ware in het centrale deel van de cel waar de erfelijke informatie ligt opgeslagen, en de afgevaardigden of synapsen kunnen op kleinere of grotere afstand van de centrale kern gelokaliseerd zijn.
Synaptische potentialen nemen af met de afstand; op grote afstand van de kern opgewekte potentialen bereiken niet of nauwelijks het centrale gebied.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.