Scheelzien
Als iemand ergens naar kijkt, staan beide ogen in dezelfde richting. Bij mensen of kinderen die scheelzien is dat niet het geval, dan kijkt het ene oog een andere kant op dan het andere. Bij sommigen staat het afwijkende oog naar binnen (naar de neus), bij anderen juist naar buiten (naar het oor). Het komt voor dat bij dezelfde persoon nu eens het ene, dan weer het andere oog afwijkt.
Wat is de oorzaak van scheelzien?
Er bestaan verschillende soorten van scheelzien, maar lang niet altijd is bekend wat de oorzaak ervan is. Sommige kinderen zijn oververziend, dat wil zeggen dat de ogen zich extra moeten inspannen om in de verte scherp te zien. Die extra inspanning leidt dan vaak tot scheelzien, waarbij het afwijkende oog (of beide ogen) naar de neus toe gaat staan.
Scheelzien kan eveneens ontstaan doordat één oog slecht ziet en het andere goed. In weer andere gevallen is de oorzaak een verlamming van de spiertjes waarmee de oogbol wordt bewogen. Bij kleine kinderen kan zo’n verlamming ontstaan zijn bij de geboorte. Op later leeftijd kan het een gevolg zijn van een ziekte of een ongeluk.
Scheelzien komt in bepaalde families meer voor dan in andere; het kan dus te maken hebben met erfelijkheid, maar dat hoeft niet zo te zijn.
Ik kijk scheel als ik te veel naar rechts kijk. Hoe kom ik daar vanaf?
Deze vorm van scheelzien komt op alle leeftijden voor en heet in vaktaal ‘strabismus incomitans’. Het gaat meestal gepaard met dubbelzien (diplopie). Indien alles in orde is, kunnen ogen horizontaal, verticaal en roterend bewegen. Hiertoe beschikt het oog over zes paar uitwendige oogspieren. Zo is er bij elke oogbeweging samenwerking tussen beide ogen. Bij ‘strabismus incomitans’ is de coördinatie tussen deze oogspiertjes ver te zoeken. Het scheelzien verergert naarmate je meer in de richting gaat kijken waarin de verlamde oogspier moet werken.
Elke vorm van scheelzien vraagt zijn eigen operatieve methoden, die niet altijd eenvoudig zijn. Bij ‘strabismus incomitans’ tracht de oogarts de trekkracht te verzwakken van de uitwendige oogspier die precies tegenover de verlamde oogspier ligt. Met als gevolg dat de dwaling van het oog in één richting afneemt. De meest urgente reden om iemand van deze vorm van scheelzien af te helpen, is wanneer er tegelijk sprake is van dubbelzien
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.