Oogafwijkingen erfelijk?

Sommige oogafwijkingen komen in bepaalde families meer voor dan in andere. Bij ernstige oogafwijkingen als groene staar (glaucoom), grauwe staar (cataract) en oogafwijkingen door suikerziekte (diabetes mellitus), die bij volwassenen zonder behandeling tot slechtziendheid of blindheid leiden, staat vast dat er aanleg in het spel is. Meestal is een erfelijk bepaalde handicap niet zo ernstig dat men een erfelijkheidsadvies via de huisarts of oogarts bij een instituut voor erfelijkheidsonderzoek aan moet vragen. Géén erfelijkheidsadvies is in ieder geval nodig voor bijziendheid (myopie, corrigeerbaar met negatieve glazen, scheelzien (strabismus, corrigeerbaar met bril of door een operatie;) en kleurenblindheid.

Het is bekend dat veel baby’s kort na de geboorte scheelkijken. Vanaf de zesde week is het zicht aardig ontwikkeld. Na zes maanden moeten de ogen van een gezonde baby recht staan. Blijft de baby scheelkijken, dan is het aan te raden om met het kind naar de huisarts te gaan. Er kan een erfelijke aanleg in het spel zijn.

Voor zeldzame en ernstige oogafwijkingen kun je terecht bij het Interuniversitair Oogheelkundig Instituut te Amsterdam voor een erfelijkheidsadvies. Per jaar komen op dit instituut 400 tot 500 aanvragen binnen voor diagnose en advies. Er komen vragen aan de orde als: wie is de drager van deze erfelijke eigenschap?

Hoe groot is de kans op overerving bij het krijgen van een kind? Hoe leer je leven met een handicap? Is de oogkwaal te behandelen? De aanvragers zijn voornamelijk ouders van een kind met een oogafwijking, of mensen die zelf een oogafwijking hebben, of echtparen met een oogafwijking in de familie.