Is kleurenblindheid erfelijk?
Niet altijd. Zichtbaar licht bestaat uit de golflengten van 360 tot 780 nanometer. Daglicht begint bij een langgolvig rood licht (670 nanometer) en gaat via oranje, geel, groen, blauw en indigo naar het kortgolvig violet licht (420 nanometer). Het menselijk oog kan ongeveer 160 kleurenmengsels waarnemen, samengesteld uit de drie primaire kleuren rood, groen en blauw.
Mensen en apen zijn de enige zoogdieren die alle drie de primaire kleuren kunnen waarnemen. Dat vermogen delen we met de bijen, vlinders, vissen, amfibieën en sommige reptielen en vogels. De mens beschikt over drie soorten ‘kegeltjes’ op het netvlies die gevoelig zijn voor de drie primaire kleuren rood, groen en blauw, en de signalen daarvan worden in de hersenen gecombineerd tot een kleurenindruk. Gelijktijdige stimulatie van alledrie de soorten kegeltjes leidt tot de waarneming van ‘wit’. Daarnaast kennen we de staafjes die dienen om licht/ donker-verschillen waar te nemen.
Vaak is kleurenblindheid een aangeboren afwijking. De meeste kleurenblinden zijn niet blind voor alle kleuren, maar slechts voor enkele kleurverschillen. Simpel geredeneerd: iemand die geen rood of geen groen kan zien, beschikt niet over roodgevoelige respectievelijk groengevoelige kegeltjes op zijn netvlies. Daarnaast zijn er ook mensen die een beetje groen en een beetje rood kunnen zien. Zij hebben dan kegeltjes met een beperkte gevoeligheid voor groen en rood.
Kleurenblindheid komt veel meer voor bij mannen (8%) dan bij vrouwen (0,4%). Het wordt van de vader via de dochter op de kleinzoon overgeërfd. De vrouw is dikwijls alleen drager van de erfelijke eigenschap. Of haar zoon kleurenblind wordt of niet, hangt af van welke erfelijke eigenschap hij van zijn moeder meekrijgt: de goede of de slechte. Er zijn mensen die helemaal geen, of maar een beetje kleuren kunnen zien, die blind zijn voor één kleur of voor twee kleuren. Een verandering van het kleurenonderscheidingsvermogen kan ook in de loop van het leven optreden als gevolg van een oogziekte (degeneratie van de ‘gele vlek’ op het netvlies of een beschadiging van de oogzenuw).
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.