IVF
De in vitro fertilisatie, kortweg IVF genoemd, werd voor het eerst met succes in Engeland toegepast toen de eerste reageerbuisbaby ter wereld, Louise Brown, in 1978 werd geboren. Sindsdien zijn er in Nederland honderden zwangerschappen met succes opgewekt met de IVF-methode. Volgens deze methode krijgt de vrouw hormoonpreparaten toegediend om de eierstokken aan te zetten tot de productie van meerdere eicellen. Met behulp van echografie wordt vastgesteld waar en hoeveel eitjes er zijn aangemaakt.
Vervolgens wordt er een naald in de vaginawand geschoven om de eicellen, de ova, op te zuigen (aspiratie). In het laboratorium worden deze eicellen in een reageerbuis bevrucht met sperma (vandaar de naam “reageerbuisbaby”) en na 48 uur teruggezet in de baarmoeder. Dit gebeurt via een dunne, plastic catheter (slangetjes) in de baarmoederhals (cervix).
De embryo’s nestelen zich in de baarmoederwand waar ze zich gaan ontwikkelen. IVF heeft een 20% tot 30% kans op succes, wat even groot is als bij een vruchtbaar stel dat binnen één menstruatiecyclus een kind probeert te verwekken. De IVF-methode is de voorloper van alle huidige vruchtbaarheidsmethoden en vormt nog steeds de beste behandeling voor vruchtbaarheidsproblemen.
IVF heeft succes bij vrouwen met verstopte eileiders, of endometriose (goedaardige woekeringen in baarmoederslijmvlies), onverklaarbare onvruchtbaarheid, of waarvan de man vruchtbaarheidsproblemen heeft.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.