Cryopreservatie

Cryopreservatie houdt in dat de verkregen spermacellen of de in het laboratorium bevruchte eicellen worden ingevroren in vloeibare stikstof om later bij een vruchtbaarheidsbehandeling te kunnen worden gebruikt. In de afgelopen tien jaar is de technologische kennis omtrent deze bewaarmethode zó verbeterd en toegenomen dat er overal in het land sperma- en ovumbanken te vinden zijn.

Bij een cryo-bank voor sperma, vaak spermabank genoemd, wordt sperma geanalyseerd, geprepareerd en voor een langere periode ingevroren, meestal tussen de 1 en 5 jaar. Het sperma wordt bewaard in vloeibare stikstof bij een temperatuur van -145 graden Celsius. Gezond sperma wordt verkregen via ejaculatie of uit het zaadvocht dat operatief wordt verkregen. Tot nu toe zijn er in onderzoeken geen aanwijzingen gevonden dat bevruchtingen met sperma dat achtereenvolgens ingevroren en ontdooid is tot een toename van geboorteafwijkingen lijdt.

Een ovumbank verschilt van een spermabank doordat er alleen bevruchte eicellen kunnen worden bevroren. Het invriezen van onbevruchte eicellen verkeert nog in een experimentele fase. Recent onderzoek wijst erop dat er bij het invriezen van onbevruchte eicellen chromosoombeschadiging kan optreden.

Voordat men overgaat tot invriezing wordt de eicel bevrucht via in vitro fertilisatie, dat wil zeggen buiten het lichaam in een reageerbuis. Veelal betreft het dan een fase uit de IVF-methode. Door extra embryo’s in te vriezen kan op een later tijdstip alsnog een embryo worden teruggeplaatst in de baarmoeder. Met andere woorden, als de IVF-methode met de direct teruggeplaatste embryo niet tot een zwangerschap heeft geleid, kunnen de overige ingevroren embryo’s worden ontdooid en in de baarmoeder worden teruggeplaatst. Een embryo kan dus voor onbepaalde tijd in vloeibare stikstof worden bewaard, hoewel men meestal een maximum bewaartijd van 5 jaar in acht neemt. Wereldwijd wordt deze bewaarmethode voor menselijke embryo’s al een aantal jaren met succes toegepast. Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen gevonden dat een geboorte uit een ontdooid en teruggeplaatst embryo eerder leidt tot geboorte-afwijkingen.