Borstspierstelsel
In het borstspierstelsel lopen oppervlakkige spieren naar de bovenste ledematen. Het grootste deel van de borstkas wordt bedekt door de grote borstspier (musculus pectoralis major). Deze verbindt de bovenarm (brachium) met het sleutelbeen (clavicula), het borstbeen (sternum) en de buikspieren. Men kan de grote borstspier voelen bij het roeien of bij andere inspanningen van de bovenarm.
De voorste zaagspier (musculus serratus anterior) strekt zich over de zijkant van de borstkas als een vlakke hand met veel vingers uit. Deze spier maakt het mogelijk de armen uit te strekken. Tot de dieper gelegen borstspieren behoren de ribheffende spieren en de binnenste en buitenste tussenribspieren (Intercostalmuskulatur). Ze verbinden de ribben met elkaar. Wanneer ze zich samentrekken, worden de ribben omhooggetild en wordt de borstkas (thorax) vergroot. Ook het middenrif (diafragma) hoort bij het borstspierstelsel.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.