Communicatie ontwikkeling
De mens wordt tegenover alle andere sociaal levende diersoorten gekenmerkt doordat hij het aangeboren vermogen bezit een woordtaal te leren spreken en verstaan. Evenals de andere dieren kan hij men zijn soortgenoten communiceren door gebaren en bewegingen (motoriek), gelaatsuitdrukking (mimiek) en het uitstoten van klanken (vocalisatie).
Maar behalve deze vormen van niet-verbale communicatie kan de mens althans vanaf het eerste tot tweede levensjaar en afhankelijk van de opvoeding die hij daartoe ontvangt, met zijn medemensen ook communiceren door het spreken, verstaan, lezen en schrijven van woorden.
Hierdoor hebben de menselijke communicaties die bij alle andere dieren tot een betrekkelijk klein aantal signalen beperkt zijn, enorme uitbreidingsmogelijkheden gekregen.
In de loop van de menselijke geschiedenis zijn daardoor in de verschillende groeperingen van de wereldsamenleving rijke variëteiten aan tussenmenselijke verhoudingen, instellingen en gedragingen ontstaan, die wij culturen noemen.
De menselijke samenleving onderscheidt zich dus van sociaal levende diergroepen door een via de verbale communicatie mogelijk geworden tussenmenselijke cultuur.
Alles wat we onder de zogenoemde hogere of geestelijke menselijke activiteiten en waarden verstaan – wetenschap, kunst, wijsbegeerte, religie – zijn in de loop van de ontwikkeling van de menselijke samenleving ontstane verbale verworvenheden.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.