Skeletproporties
De Skeletproporties worden gedurende de groei veranderen de proporties van de afzonderlijke gebieden en ledematen van het lichaam ten opzichte van elkaar, want ze groeien in een verschillend tempo. Dit is vooral duidelijk te zien in de prenatale tijd en bij baby’s en kleuters. De schedel van een zes weken oud embryo is bijvoorbeeld net zo lang als zijn lichaam. Bij pasgeborenen bedraagt de schedelhoogte ongeveer een vierde van de lichaamslengte, bij een zesjarig kind een zesde.
Bij een volwassene maakt de schedelhoogte nog maar een achtste deel uit van de lengte van het hele lichaam. De beendergroei staat nauw in verband met de ontwikkeling van het hele organisme. De skeletproporties zijn niet absoluut. Zo zijn er verschillen bij man en vrouw in de lengte van de romp en de bovenste ledematen.
Terwijl bij de vrouw de romp meestal verhoudingsgewijs langer is, zijn de armen meestal korter. Het beenderstelsel van de vrouw is lichter en minder sterk dan dat van de man. De schoudergordel (cingulum membri superioris) van de vrouw is smaller en het bekken (pelvis) breder.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.