Biopsie
Een biopsie is het verwijderen van een stukje weefsel voor onderzoek, meestal onder een microscoop. Het stukje weefsel (monster) kan worden verwijderd met een naald, met een mes (soms een operatieve ingreep) of met een speciaal apparaat dat door een endoscoop (een instrument dat voorzichtig in een natuurlijke lichaamsopening wordt geschoven) wordt ingebracht.
De meeste monsters worden chemisch behandeld en in heel dunne plakjes gesneden. Deze plakjes worden op een glazen plaatje gelegd, gekleurd (om het contrast te verhogen) en onder een microscoop bestudeerd door een patholoog (iemand die gespecialiseerd is in veranderingen van lichaamsweefsel) of een hematoloog (een specialist in bloed en bloedvormend weefsel) of beiden. Sommige monsters hoeven niet te worden gekleurd en kunnen vrijwel direct door een patholoog worden beoordeeld.
Deze methode (die werd ontwikkeld in de Mayo Clinic) heet vriescoupe en kan van nut zijn bij het vaststellen van kanker binnen enkele minuten nadat het monster is afgenomen. Biopsieën zijn nodig om een ziekte uit te sluiten of een diagnose zoals kanker te bevestigen.
Vrijwel alle fiberoptische instrumenten (flexibele glasvezelbuizen met ingebouwde verlichting waardoor in het lichaam gekeken kan worden) die worden gebruikt bij het onderzoek van luchtpijp, longen en darmstelsel, kunnen ook worden gebruikt om stukjes weefsel uit het lichaam te verkrijgen. Tot deze instrumenten behoren bronchoscopen, coloscopen, proctoscopen en gastroscopen. Starre instrumenten (zoals een cystoscoop) worden ook gebruikt om biopsieën te doen.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.