Zwangerschapstest
De vroegste manier om een zwangerschap met zekerheid vast te stellen is met behulp van een zwangerschapstest.
Het bevruchte eitje begint vanaf de vierde dag een hormoon uit te scheiden, het humaan choriongonadotrofine (HCG). Dit hormoon komt via de lichaamsvloeistoffen in de weefsels van de vrouw terecht. De aanwezigheid van dit hormoon kan al in het prille begin van een zwangerschap in het bloed aangetoond worden; wat later ook in de urine.
De meeste zwangerschapstesten worden uitgevoerd met een beetje urine, omdat dit gemakkelijker te verkrijgen is dan een beetje bloed.
De aanwezigheid van HCG in de urine kan door verschillende testen worden aangetoond. De meeste ervan berusten op een reactie tussen HCG en een tegen dit hormoon gerichte afweerstof. Met een tweede reactie wordt nagegaan of de eerder genoemde reactie al dan niet heeft plaatsgevonden. Dikwijls is dat zichtbaar door een verandering van kleur.
Sommige vrouwen onderzoeken thuis zelf hun urine. Ze kopen een testsetje in de apotheek of bij de drogist. De meeste van deze testsetjes bevatten een oplossing die in een buisje gemengd moet worden met een beetje urine. Na een zeker tijdsverloop – van enkele minuten tot enkele uren, afhankelijk van de soort test – zal zich een donkere ring vormen wanneer er sprake is van een zwangerschap. Bij andere soorten testen duidt een kleurverandering op zwangerschap.
Als u besluit zelf een test te doen, moet u de instructies zeer nauwkeurig opvolgen. Bovendien moet u er de eerste ochtendurine voor gebruiken, omdat iedere zwangerschapstest daarmee betrouwbaarder is, of u het nu zelf doet of het laat doen op het spreekuur van de huisarts.
Hoe betrouwbaar zijn urinetesten? Dat hangt ervan af hoe zorgvuldig u de soms ingewikkelde instructies opvolgt.
Degenen die zo’n test voor het eerst uitvoeren of er weinig ervaring mee hebben, krijgen minder vaak een betrouwbaar resultaat; bovendien is geen enkele test onfeilbaar. Ook kan een zwangerschapstest, vooral wanneer deze in het allereerste begin van de zwangerschap gedaan wordt, een negatieve uitslag geven, terwijl iemand toch al zwanger is.
Dit komt omdat er dan nog niet genoeg HCG in de urine aanwezig is om te kunnen worden aangetoond.
Daarom is een negatieve uitslag, vooral in het begin, minder veelzeggend dan een positieve.
De uitslag van een zelf uitgevoerde test moet beschouwd worden als een aanwijzing. Wanneer er wel zwangerschapsverschijnselen zijn maar het resultaat van een zwangerschapstest is negatief, moet u uw huisarts raadplegen. Wanneer de test wel positief uitvalt, kunt u dit resultaat door de huisarts laten bevestigen en zwangerschapscontrole afspreken.
Bij een zwangere vrouw die vier tot zeven dagen over tijd is, valt een urinetest drie van de vier keer positief uit, wanneer de test in een laboratorium of door een huisarts gedaan wordt. Is iemand twee weken over tijd dan is de test in bijna 100 procent van de gevallen nauwkeurig. Een zelf uitgevoerde test geeft in ongeveer 95 procent van de gevallen een betrouwbaar resultaat, wanneer deze tien dagen na het uitblijven van een menstruatie gedaan wordt.
Zwangerschapstesten met behulp van urine worden het meest gebruikt, maar in sommige gevallen is een bloedtest nodig omdat die betrouwbaarder is en de arts er een zwangerschap in een eerder stadium mee kan vaststellen. Bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap – hierbij begint het eitje in de eileider te groeien of op een andere plaats dan in de baarmoeder – kan een vrouw alle verschijnselen van een zwangerschap hebben, terwijl de uitkomst van een urinetest negatief is. Dit komt omdat de hoeveelheid HCG niet groot is wanneer het eitje zich niet in de baarmoeder bevindt. Omdat de bloedtest gevoeliger is, kan daarmee dan wel een zwangerschap aangetoond worden.
Bij verdenking op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is het verstandig een echoscopisch onderzoek te laten verrichten om te zien of de zwangerschap zich al dan niet in de baarmoeder bevindt.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.