Hartoperatie

Hartoperatie is een chirurgische ingreep aan het hart teneinde vormafwijkingen te herstellen of een stoornis in de werking te verhelpen. Een aparte plaats neemt de harttransplantatie in omdat hierbij het gehele hart van de patiënt door dat van een ander wordt vervangen.

Hartoperaties worden in het algemeen uitgevoerd voor vier soorten aandoeningen: 1. aangeboren misvormingen van het hart, 2. klep-gebreken, 3. werkingsstoornissen van het ge-leidingssysteem van de hartzenuwen en 4. operaties ter verbetering van de doorbloeding van de hartspier.

Voor 1950 beperkte men zich voornamelijk tot het opereren van aangeboren afwijkingen van de grote vaten die aan het hart ontspringen, zoals een vernauwing van de grote lichaamsslagader, maar sindsdien is men, vooral door de ontwikkeling van vele technische hulpmiddelen zoals hart-longmachine, onder-koelingsapparatuur en defibrillator, in staat langdurige operaties binnen het hart zelf uit te voeren. Bij de meeste hartoperaties is het noodzakelijk de bloedstroom door het hart enige tijd te onderbreken om het te kunnen openen en de gewenste ingreep te verrichten. Bovendien is het van belang om tijdens deze operaties de hartacties goeddeels tot stilstand te brengen. Men gaat bij hartoperaties als volgt te werk. De beide holle aders, die het bloed naar het hart toevoeren, worden afgeklemd en het hart perst zich leeg in de lichaamsslagader (links) en de longslagader (rechts). Men kan het hart dan zonder groot bloedverlies openen, maar het rondstromen van bloed door de longen en door het verdere lichaam komt daarbij geheel tot stilstand.

De gevoeligste organen zoals hersenen en nieren kunnen dit niet langer dan drie minuten verdragen zonder onherstelbare schade te lijden. Men kan deze periode iets verlengen door het gehele lichaam te onderkoelen (hypothermie). Daarbij wordt met behulp van ijsbaden of koelende omslagen de lichaamstemperatuur gebracht op 27 °C. Op deze wijze bereikt men dat de stofwisseling van de weefsels op een lager niveau komt en dus minder zuurstof vereist. Ook de hartspier zelf wordt veel minder actief en is dus beter bestand tegen een lage zuurstofspanning. De bloeddruk in de grote lichaamsslagader wordt door een infuus op peil gehouden. Op deze wijze kan men de bloedsomloop van de mens tot ca. 8-9 minuten onderbreken. Koeling tot een nog lagere temperatuur is wel geprobeerd maar de methode is weer verlaten vanwege het feit dat onregelmatige hartacties optreden. Na de operatie wordt de patiënt weer op normale temperatuur gebracht. De tijdwinst die wordt verkregen is echter voor veel hartoperaties onvoldoende, omdat de meeste te ingewikkeld van aard zijn en in veel gevallen enkele uren vergen.

Van groot belang is de ontwikkeling geweest van de hart-longmachine, ook wel het mechanische kunsthart genoemd. Het uit de beide holle aders opgevangen bloed wordt door een systeem geleid, waarin het van zuurstof kan worden voorzien (oxygenator) en tevens koolzuurgas kan worden afgegeven. Nadat het bloed van alle schuimvorming is bevrijd wordt het naar de patiënt teruggepompt en wel via een van zijn grote slagaders, tot in de grote lichaamsslagader (aorta). In de gebruikte slagader stroomt het ingepompte bloed gedurende de aansluiting op de hart-longmachine in een richting die tegengesteld is aan de natuurlijke om de lichaamsslagader, waarvan de gebruikte slagader een aftakking is, te kunnen bereiken. Het gehele lichaam van de patiënt blijft op deze wijze doorstroomd.

De machine wordt van tevoren met bloed gevuld, meestal gemengd met een voedingsstof, nl. glucose, een suiker. Het gevaar van elke hart-longmachine is de vorming van luchtbellen, waarvoor dan ook speciale voorzieningen in de machine zijn getroffen. Tevens wordt de machine tijdens de operatie voortdurend door een van de assistenten gecontroleerd. Gebruikelijk is dat het bloed in de machine enigszins wordt afgekoeld. Op deze wijze kan vele uren lang in het geopende hart worden gewerkt. Tijdens deze periode worden de normale hartsamentrekkingen tot stilstand gebracht, hetzij door afzonderlijke koeling van het hart, hetzij door het toedienen van een kleine elektrische stroomstoot. Na afloop van de ingreep kan het door de machine stromende bloed worden verwarmd tot de normale lichaamstemperatuur.

De hartactie herstelt zich dan vartzelf of kan door elektrische prikkeling (defibrillatie) weer op gang worden gebracht. Van de vier soorten van hart-aandoeningen die worden geopereerd aangeboren misvormingen, klepgebreken, werkingsstoornissen en doorbloedingsstoornissen worden de eerste drie sinds 1960 met succes toegepast. Bij aangeboren misvormingen gaat het voornamelijk om correctie van openingen in de scheidingswanden tussen linker en rechter harthelft en om vernauwingen van de longslagader en de lichaamsslagader. Klepgebreken kunnen zowel aangeboren als verworven zijn. De kleppen kunnen opnieuw worden gespleten (bij vernauwing of stenose), gereefd (bij onvoldoende sluiting of insufficiëntie) of men kan, indien de kleppen niet meer voor chirurgische reconstructie in aanmerking komen, de gehele klep vervangen en een kunstklep (hartklepprothese) ervoor in de plaats brengen. De klep wordt dan geheel verwijderd en er wordt een kunstklep aangebracht, een kogel of klep met een metalen zitting.

Bij het ontwerpen van de kunstkleppen was het probleem materiaal te vinden dat slijtvast zou zijn en glad genoeg om geen bloedstolling te veroorzaken. Bedekken van de metalen delen met een gebreid nylonmateriaal bleek vrijwel geen trombose te veroorzaken, terwijl verbetering van het siliconerubber de gevreesde slijtage van de klepkogel weet te voorkomen. Enkele tienduizenden patiënten, die volslagen invalide waren geworden door hun klepafwijkingen, kunnen nu een redelijk bestaan leiden door deze klepprothesen, hoe primitief ze ook mogen lijken in vergelijking met de soepele, natuurlijke kleppen. Experimenteel worden thans ingenieuze methoden ontwikkeld om kleppen van lichaamseigen materiaal te verkrijgen. De proefnemingen bij honden hebben reeds goede resultaten opgeleverd.

Stoornissen in de werking van het geleidings-systeem van het hart kunnen met behulp van gangmakers worden gecorrigeerd. Het hele apparaat kan thans onder de huid worden gebracht. De leidingen ervan gaan naar de hartspier door een soort tunnel. Operaties waarbij men tracht de doorbloeding van de hartspier te verbeteren hebben nog geen algemene ingang gevonden. Hierbij wordt in het algemeen een vertakking van een borstwandslagader (arteria mammaria interna) van buiten het hart in de hartspier gebracht. Ook wordt wel een stukje van de kransslagader vervangen door een segment van een ader. De operatie van hartinfarcten staat nog in de kinderschoenen. Slechts enkele malen is het gelukt om goede resultaten te verkrijgen bij het verwijderen van verse hartinfarcten, dwz. dat het weefselversterf dat door de afsluiting van een kransslagadertak is opgetreden wordt uitgesneden en de wond wordt gehecht.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips