Bijwerking van geneesmiddelen
Van geneesmiddelen wordt verwacht dat ze een gunstige werking hebben bij ziekte of ongemak. Behalve deze bedoelde werking zijn er vaak ongewenste bijkomende reacties, de zogenaamde bijwerkingen. Onder de term ‘bijwerking’ verstaan we: iedere schadelijke, niet bedoelde werking van een geneesmiddel, dat in de gebruikelijke dosering wordt toegediend.
De meeste geneesmiddelen kunnen niet werken zonder dat zij bijwerkingen hebben. Dit komt doordat zij, meestal via het bloed, door het lichaam worden verspreid. Het gevolg is vaak dat het geneesmiddel niet alleen werkt waar men dat wenst, maar ook op andere niet gewenste plaatsen. Het geneesmiddel is als het ware een sleutel die op vele sloten in het lichaam past.
Wanneer treedt een bijwerking op?
Bijwerkingen kunnen op een groot aantal verschillende, soms onverwachte manieren tot uiting komen. Dit is afhankelijk van de volgende factoren:
•Eigenschappen van het geneesmiddel.
Sommige bijwerkingen ontstaan doordat het middel meer dan één werking heeft, of omdat het te sterk werkt bij een bepaalde patiënt. Ook een combinatie met andere geneesmiddelen kan vervelende gevolgen hebben.
•Eigenschappen van de patiënt.
Leeftijd, geslacht, ziekte of stoornis in de organen en erfelijke factoren kunnen de werking van het geneesmiddel beïnvloeden. Individuele overgevoeligheid kan ook bijwerkingen tot gevolg hebben.
Vaak is een bijwerking een gevolg van een combinatie van de hier bovengenoemde zaken. Bijwerkingen treden overigens lang niet altijd op.
Welke bijwerkingen komen voor?
Als we kijken naar de verschillende soorten van bijwerkingen, dan kunnen we de volgende onderscheiden:
•Bijwerkingen die samenhangen met de manier waarop een geneesmiddel werkt (sufheid door slaapmiddelen).
•Bijwerkingen die ontstaan doordat het geneesmiddel voor één bepaald orgaan schadelijk is (ontstaan van doofheid bij het gebruik van bepaalde antibiotica).
•Bijwerkingen die ontstaan doordat het geneesmiddel op het afweermechanisme werkt (overgevoeligheidsreacties door penicilline).
•Bijwerkingen die ontstaan doordat een persoon voor het geneesmiddel een verhoogde gevoeligheid heeft, bijvoorbeeld door het ontbreken van bepaalde stoffen in de lever die het geneesmiddel moeten verwijderen (bloedafwijkingen door sulfonamiden).
•Bijwerkingen die ontstaan door geneesmiddelengebruik vlak voor of tijdens de zwangerschap (aangeboren afwijkingen bij kinderen door Softenon, een middel dat om die reden niet meer in de handel is).
•Bijwerkingen die ontstaan door verkeerd of gecombineerd gebruik van geneesmiddelen.
Er zijn ook gunstige bijwerkingen (bijv. slaperigheid bij Promethazinedrank voor hoestende kinderen).
Diagnose van een bijwerking
Bij veel ziekten (reuma, epilepsie) beschikken we nog niet over voldoende kennis omtrent de oorzaak en de aard van de stoornis. Het is dan ook heel moeilijk om precies die middelen te ontwikkelen, die alleen bij deze ziekten werken. De middelen, die we nu gebruiken, hebben dan ook een grotere werking dan gewenst en noodzakelijk is. Dit kan tot bijwerkingen leiden die niet altijd van tevoren zijn te voorspellen en waarvan het moeilijk is, om met zekerheid vast te stellen, dat er inderdaad sprake is van een bijwerking.
Is een bijwerking altijd te herkennen?
In een aantal gevallen wordt een bijwerking niet herkend, bijvoorbeeld:
•wanneer er sprake is van een zeldzame bijwerking;
•omdat het ziekteverschijnsel ook gemakkelijk op kan treden zonder geneesmiddelengebruik;
•indien het tijdstip waarop de bijwerking optreedt niet in verband wordt gebracht met een geneesmiddel. Bijwerkingen treden soms maanden na aanvang of staken van de behandeling op.
De ernst van een bijwerking
De grens tussen onschuldige bijwerkingen zoals hoofdpijn, slaperigheid, diarree, of huiduitslag, en ernstige bijwerkingen zoals beschadiging van weefsel of organen (lever, nieren, beenmerg), is moeilijk te trekken. Soms zijn bijwerkingen die onschuldig lijken juist een verschijnsel van een ernstige ziekte.
Bij wie komt een bijwerking voor?
Sommige personen zijn extra kwetsbaar voor bijwerkingen.
Een paar voorbeelden:
•mensen die stoornissen hebben aan bepaalde organen, zoals lever en nieren, die een rol spelen bij de uitscheiding van het geneesmiddel uit het lichaam;
•oudere mensen, bij wie deze organen langzamer werken en dus meer kans op een opeenhoping van een geneesmiddel (overdosering) het lichaam bestaat;
•ongeboren kinderen, baby’s en kleine kinderen, omdat bij hen organen als lever en nieren nog niet zijn volgroeid;
•mensen die een stoornis hebben in het afweersysteem.
Kan een bijwerking worden voorkomen?
Bijwerkingen zijn vaak onverbrekelijk met een geneesmiddel verbonden. Toch hoeven wij dit niet zonder meer te accepteren als een noodzakelijk kwaad. In een aantal gevallen kunnen de bijwerkingen worden voorkomen of tot een minimum worden beperkt. Dit kan onder andere door een juiste dosering, een juiste toepassing van het medicijn en een goede medische controle. Over het algemeen kan de patiënt die geneesmiddelen gaat gebruiken het volgende worden geadviseerd:
•volg de gebruiksaanwijzing op;
•raadpleeg onmiddellijk de arts als er onverwachte of ernstige bijwerkingen optreden;
•als de arts niet uit zichzelf inlichtingen verstrekt over de werking en bijwerking van een geneesmiddel, vraag er dan zelf naar; ook de apotheker kan informatie over de geneesmiddelen geven;
•raadpleeg de arts of apotheker bij het voorkomen van bijwerkingen die niet worden vermeld in dit boek of de fabrieksbijsluiter;
•stop nooit op eigen initiatief met de behandeling; het abrupt staken kan gevaarlijk zijn.
Conclusie
Bij de toepassing van geneesmiddelen moet er evenwicht bestaan tussen positieve en negatieve effecten. Bij iedere behandeling moet opnieuw een afweging tussen deze aspecten worden gemaakt.
Dit is nodig, omdat er geen enkel geneesmiddel zonder risico’s op de markt komt. Ook nadat het door de overheid is toegelaten, zullen sommige zeldzame bijwerkingen pas aan het licht treden als het middel gedurende lange tijd op grote schaal is gebruikt.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.