Pols

Waarneembare uitzetting en samentrekking van een slagader (arterie), corresponderend met de hartslag. De pols kan op verschillende plaatsen van het lichaam gevoeld en geteld worden; gewoonlijk wordt de pols gevoeld ter hoogte van het polsgewricht. Men neemt deze radialispols op door de vingers van de rechterhand tegen de linkerpols – achter de duim – te leggen. Minstens één vinger voelt dan de pols, die ook in de hals, aan de achterkant van de voet en op andere plaatsen waargenomen kan worden. Zo wordt het aantal (de frequentie) hartslagen geteld (bij mannen gewoonlijk 70-76, bij vrouwen 76-82, bij pasgeborenen en kleine kinderen meer dan 100 per minuut).

De polsslag is versneld bij lichamelijke inspanning, bij opwinding en bij koorts, ook wel bij sommige ziekten van endocriene klieren. Tijdens de slaap neemt de frequentie af. Naast het aantal hartslagen per minuut kunnen zaken beoordeeld worden als het ritme (regelmatige of onregelmatige, een afwijkend ritme kan een aanwijzing zijn voor een hartziekte) en de druk (zwakke of juist een krachtig voelbare, een zwakke kan bijvoorbeeld een aanwijzing zijn voor een toestand van shock).