Endorfinen

Een populaire westerse theorie die gebruikt wordt om het succes van acupunctuur te verklaren heeft betrekking op endorfinen. Men veronderstelt dat het inbrengen van acupunctuurnaalden het vrijkomen stimuleert van chemische stoffen, endorfinen en enkefalinen genaamd, die pijn onderdrukken. In 1973 werd ontdekt dat er plaatsen in het lichaam zijn waar opioïde receptoren aanwezig zijn. Deze plaatsen liggen in de omgeving van synapsen en bevinden zich in het doornuitsteeksel van de wervelkolom.

Deze ontdekking impliceerde dat het lichaam dan zelf ook opioïde stoffen voor deze receptoren zou moeten bezitten. In 1975 werden twee kleine pentapeptiden ontdekt. Deze pentapeptiden, de zogeheten enkefinen, komen van nature in het lichaam voor en kunnen overal in het lichaam worden aangetroffen. Enkefalinen worden in direct verband gebracht met opiate en pijnstillende processen, alhoewel hun werking kortdurend is en ze eenvoudig door het lichaam worden afgebroken.

Endorfinen zijn eiwitten met sterke pijnstillende eigenschappen die van nature in het lichaam voorkomen. Ze komen voor in de grijze materie van de tussenhersenen en andere delen van het brein, maar niet in het ruggenmerg. Endorfinen zijn grotere moleculen dan enkefalinen en blijven langer in het lichaam aanwezig. Ze worden belangrijk geacht voor het reguleren van pijn en voor het vrijkomen van bepaalde hormonen, zoals het groeihormoon dat door de hypofyse wordt afgescheiden en prolactine. Wanneer de acupuncturist het vrijkomen van endorfinen en enkefalinen stimuleert, gaan deze naar de hersenen waar ze het mechanisme in gang zetten dat het doorgeven van pijnprikkels blokkeert, zodat het symptoom wel wordt bestreden maar de oorzaak niet wordt achterhaald.